Met een betaalpas en een creditcard kom je tegenwoordig in het buitenland een heel eind. Van tevoren in Nederland geld wisselen is meestal niet nodig en bovendien duur. Maar wat is goedkoper: betalen met je betaalpas of creditcard? En kun je beter geld opnemen uit de automaat, of direct met je pas afrekenen in winkels en restauarants?
Met de betaalpas
Met je pas afrekenen is bijna altijd goedkoper dan er geld mee opnemen. Binnen de eurolanden is betalen met een pas of creditcard gratis. Ook geld opnemen kost je met een betaalpas niets, maar met een creditcard wel – zelfs in Nederland. Buiten de eurolanden, bijvoorbeeld in Amerika, en ook in Europese landen zonder euro, zoals Groot-Britannie, rekent de bank kosten. Gemiddeld vragen de meeste banken voor een pinpasbetaling een koersopslag van 1%. Andere rekenen alleen een vast bedrag (€0,15) per betaling. Dat is vaak goedkoper én het is transparanter.
Of de creditcard?
Een creditcard is wereldwijd breed geaccepteerd en kan ook dienen als borg, bijvoorbeeld bij het huren van een auto. Betalen met een creditcard is meestal duurder dan met een betaalpas. De meeste banken rekenen bij de creditcard gemiddeld zo’n 2% koersopslag, dus gemiddeld 1% meer dan bij de betaalpas. Buiten de eurolanden komt het weleens voor dat een winkelier zelf nog een bedrag rekent voor een betaling. Hij is wel verplicht dit van tevoren te melden.
“Betalen met een creditcard is meestal duurder
dan met een betaalpas“
Geld opnemen
Hoewel betalen met een pas meestal goedkoper is, zul je ook af en toe geld willen opnemen. Buiten de eurozone is dat bijna altijd duurder dan een betaling, omdat je naast de koersopslag vaak ook nog een vast bedrag per opname kwijt bent. Gemiddeld rekenen banken zo’n €2,25 bovenop de koersopslag. Het maximale bedrag dat je per dag buiten de eurozone kunt opnemen, is bij alle banken €500. Maar een buitenlandse bank kan die limiet verlagen. Als je in één keer een groot bedrag in contanten nodig hebt, zul je de opnamen dus bij geldautomaten van verschillende banken moeten doen, of verspreid over een aantal dagen. Ook kunnen buitenlandse banken extra kosten in rekening brengen voor het gebruik van een geldautomaat. Dit moet wel vooraf aangegeven zijn, op het scherm of op de automaat zelf.
Cash op zak
Als je na een lange reis op de plaats van bestemming aankomst, is het handig wat cash op zak te hebben. Je hoeft dan niet meteen op zoek naar een geldautomaat. Maar het is veel duurder om vreemde valuta in Nederland te kopen dan ter plekke geld op te nemen. Ter illustratie: 200 dollar in Nederland kopen kost tussen de €8 en €20 meer dan geld opnemen in de Verenigde Staten. Daarbij komt: hoe ‘vreemder’ de valuta, des te hoger de kosten. Zoek daarom vóór vertrek op waar ter plekke een geldautomaat te vinden is, bijv. met de Google zoekterm “ATM locator”.
“Check voor vertrek of er een geldautomaat is
op de plek van bestemming“
Weer thuis
Wie aan het eind van de reis vreemde valuta overhoudt, kan die – tegen vaak ongusntisge wisselkoersen – weer omwisselen. Daarom is het slimmer het contante geld tijdens de reis zo veel mogelijk op te maken. Het is in restaurants en bij tankstations bijvoorbeeld vaak mogelijk een deel contant te betalen en de rest met een betaalpas.
Bron: consumentenbond.nl
Gemiddelde kosten van betalen | Gemiddelde kosten van geld opnemen | ||
Met betaalpas | Met creditcard | Met betaalpas | Met creditcard |
€0,15 of 1% | 2% | €2,25 + 1% | €4,50 + 1,5% |
10 tips
|
Meer tips om de kosten van zakenreizen te beperken lees je in ons digitale magazine Move On 4: zo ga je voordelig op zakenreis zonder in te leveren op comfort!